afb.
Maria Wilhelmina (Wies) Boelens, winkelierster te ‘s-Hertogenbosch, geboren op 31 januari 1908, overleden te Rosmalen op 21 juli 2003, dochter van Antonius Wilhelmus Adrianus Boelens en Maria Augustina Elisabeth van der Lee. Wies is getrouwd te ’s-Hertogenbosch op 26 mei 1930 met Ludovicus Adrianus Henricus (Louis) Neefs, kleermaker, winkelier, geboren aldaar op 24 februari 1905, overleden aldaar op 9 april 1973, zoon van Petrus Ludovicus Neefs en Adriana Maria van de Wetering. Zij is gedoopt in de St.-Pieter met als doopnamen Louise Maria Wilhelmina. Peter en meter: Louise Boelens en Wilhelmus Dirriwachter. De bedoeling was eigenlijk dat haar tante Marie Dirriwachter-Boelens haar peettante zou worden. De tweede naam Wilhelmina verwijst naar Willem Dirriwachter. Toen vader Antoon terugkeerde van het aangifte doen op het stadhuis, hoorde zijn zuster Louise dat zij geen peettante van het kindje zou worden. Dat had ze nog zo gehoopt. Omdat zij zo teleurgesteld was, mocht Louise (Wies) alsnog peettante worden en is Wies naar haar vernoemd. Wies trouwde met de kleermaker Louis Neefs. Hij verdiende niet veel door de snel oprukkende confectiebranche. Op een dag las Wies in de krant dat er een zaak te koop stond in de Minderbroedersstraat nr. 14, tegenover haar ouderlijk huis. Het was een beddenmakerij en beddenhandel, eigendom van Ys van Dijk en zijn vrouw, een Joods echtpaar. Vader Antoon Boelens werd er nog bij gehaald om te komen taxeren of Van Dijk het jonge stel niet teveel vroeg voor zijn zaak. Met wat hulp van wederzijdse ouders namen Wies en Louis de zaak over. Louis liet een matrassenmaker komen en liet hem boven de zaak een paar matrassen maken met behulp van de grondstoffen die aanwezig waren. Hij keek goed de kunst af totdat hij het zelf kon. Zijn broer, die een grote beddenzaak had in de Verwersstraat, liet hij de matrassen keuren. Hij deed net of hij ze ergens gekocht had en vroeg de mening van zijn broer. Deze was er enthousiast over en toen vertelde Louis, dat hij ze zelf gemaakt had. Boven op de zolderverdieping stonden grote kisten met in iedere kist een andere soort veren. Ook stond er kapok. Aan het pand was een katrol bevestigd, waarmee men de balen kapok naar boven kon hijsen. Op straat werden de zakken door Wies met touw dichtgebonden en haar man takelde ze dan naar boven. De handel werd steeds meer uitgebreid, ook beddengoed, ledikanten, spreien e.d. werden verkocht. Weer later ook woningtextiel, gordijnstoffen, vloerbedekking, zeil, maar ook steeds meer behang en verf. Bij de grote brand van Magazijn De Zon (V & D) in 1938 moest Wies met haar gezin de woning verlaten, omdat er gevaar was dat de brand zou overslaan op hun zaak. Na de oorlog, tijdens de uitbreiding van V & D, hebben ze veel schade geleden doordat de klanten wegbleven vanwege de bouwwerkzaamheden in de Minderbroedersstraat. Uiteindelijk kwam er een ‘meneer’ van Vroom & Dreesmann, die een financiële genoegdoening aanbood van - jawel - f 25. Louis Neefs heeft deze fooi van de hand gewezen, zeggende dat hij dat bedrag wekelijks aan de armen schonk. In de Minderbroedersstraat hebben ze nog het 25-jarig bestaan van de zaak gevierd. Inmiddels was oudste zoon Louis Neefs, later jarenlang een bekend lid van de Bossche gemeenteraad, ook in de zaak gekomen. Hij begon een filiaal op het Hinthamereinde waar moeder Wies nog een tijd gewerkt heeft. Men schakelde hoe langer hoe meer over op behang. De winkel in de Minderbroedersstraat werd opgedoekt, er kwam een café. Wies en Louis zijn een paar keer verhuisd en op 65-jarige leeftijd is Wies zelfstandig gaan wonen in een flat op de Hoge Slagen. Zij wilde niet meer samenwonen met haar echtgenoot. Tot een officiële echtscheiding is het nooit gekomen. Vier maanden later overleed Louis Neefs. Wies verhuisde in 1975 naar een flat op de IJsselsingel met uitzicht op de Oosterplas. Daar heeft ze zeven jaar gewoond. In 1982 trok zij in een aanleunwoning aan de Windmolenbergstraat. Vanaf haar 21e jaar leed zij aan rheuma, verschillende operaties moest zij ondergaan. Op latere leeftijd kreeg Wies diverse protheses, twee heupen, twee knieën, een schouder en een elleboog. Van 1 april 1986 tot 14 augustus 1996 woonde zij in Huize ter Aa aan de Zuid Willemsvaart, waar ze nog een kamer met haar eigen spullen had. Noodgedwongen volgde een verhuizing naar Verpleegtehuis Maria-Oord in Rosmalen. Daar bracht ze haar dagen door in een electrische rolstoel. In Maria-Oord was ze een opvallende verschijning. Ze was lid van de bewonerscommissie. In 1999, op 91-jarige leeftijd, werd door haar nog een reis naar Lourdes gemaakt, met het vliegtuig. Wies is in haar leven 35 keer in Lourdes geweest. Volgens haar eigen woorden werd ze als door een magneet daarheen getrokken. Uit dit huwelijk: vijf kinderen. |
J.M.B. Boelens en O.J. Nienhuis, Boelens een RK Groninger familie met een grote Bossche tak (2006) 97, 1027, 1031-1034, 1040-1042